woensdag 14 juli 2010

Mont Blanc Expeditie

foto: acclimatisatie op de Petite Aiguille Verte

Updaten van dit blog direct vanuit de bergen blijkt telkens weer wat problematisch te zijn. Nu we allen weer veilig, gezond en wel in Nederland terug zijn, volgt een klein overzicht van ons avontuur:

Dag 1: Acclimatisatietocht op de Petite Aiguille Verte

We zijn met acht man en kunnen met onze bagage vier alpinisten uitrusten. Met wat creativiteit hebben we een extra gordel geknoopt van een bandschlinge, stijgijzers gedeeld en zo een touwgroep van vijf personen samengesteld. Een storing op de bagageband in Schiphol is er de oorzaak van dat er vanavond nog een ritje naar Genève gemaakt moet worden om de resterende bagage op te halen. Met de eerste touwgroep (Mattijs, Patrick, Roelof, Robin en ikzelf) ga ik vanaf het topstation van de Grands Montets kabelbaan op weg naar de top van de Petite Aiguille Verte. We gaan een steile sneeuwhelling op en een rotsachtige graat over, onder fraaie omstandigheden en met prachtige uitzichten. Het is druk op deze ideale oefenberg en we staan regelmatig in de fille. Op de top is genoeg plaats voor een pauze, het eerste hoogtepunt van de tocht is een succes!

Door het hete weer is de sneeuw te papperig geworden om met touwgroep twee (Henk, Onno en Bas) ook naar de top te klimmen. Bovendien zijn we dan te laat terug om de kabelbaan naar het dal te halen. We klimmen toch een sneeuwveld op en via wat rotsen naar een markant piekje. Jammer dat ik ze niet mee heb kunnen nemen naar de Petite Aiguille Verte, maar we hebben tenminste allemaal een dag rond de 3,5 kilometer hoogte doorgebracht om ons lichaam aan de hoogte te laten wennen.

Dag 2: Over het Mèr de Glace naar de Requin hut

De bagage is inmiddels compleet en we zijn alle acht voorzien van alpien gereedschap om het Mèr de Glace te lijf te gaan. We willen de Mont Blanc geheel op eigen kracht bedwingen en uiteindelijk via de Trois Monts traverse naar de top. Over de op één na langste gletsjer van de Alpen klimmen we in twee dagen naar de Cosmiques hut (bij de Aiguille du Midi) om vervolgens een toppoging te wagen. We vertrekken om acht uur 's morgens vanaf hostel Le Chamoniard Volant door het bos en over de Rochers de Mottets naar Montenvers. Hier klimmen we via talloze treden de loodrechte rotswand af naar het Mèr de Glace. 

foto: afdaling naar het Mèr de Glace via stalen ladders

De gletsjer is hier al aper, maar hogerop het Mèr de Glace ligt nog sneeuw. Vooral in het overgangsgebied krijgen we te maken met minder stabiele sneeuwbruggen. Met acht man aan één touw vormen we een grote Mannschaftszug en banen we ons een weg omhoog, zo nu en dan zigzaggend om de spleten heen. Soms moeten we flinke spleten overspringen of een stukje ijsklimmen, waar niemand problemen mee blijkt te hebben.

foto: Afdaling naar het Mèr de Glace

Bij de oversteek van de gletsjer naar de klettersteigachtige route naar de Requin hut moest een spannende "Bergschrund" (randspleet) overwonnen worden.

foto: De randspleet tussen gletsjer en begin klettersteigroute naar de Requin hut

Goed gezekerd wist iedereen deze hindernis te nemen. Een vallende steen kwam gevaarlijk dichtbij en leverde gelukkig enkel materiële schade op. Om half vijf kwamen aan bij de prachtig gelegen Requin hut met haar vriendelijke gastvrouw.

foto: Refuge de Requin

Dag 3: Naar de Cosmiques hut

Vijf uur ontbijt, zes uur vertrek. Een vroege start dus om nog in redelijke sneeuwcondities de spletenzones over te kunnen steken. Het vriest amper 's nachts en de sneeuwbruggen zijn niet meer te vertrouwen. Het kiezen van de juiste route en strak houden van het touw is een absolute must.

foto: Omhoog op de Vallée Blanche

Het is opnieuw zonnig en als we een paar honderd hoogtemeters steil omhoog gaan door de ijler wordende lucht zijn we allemaal aan een pauze toe. Inmiddels is de Cosmiques hut en de Aiguille du Midi al te zien.

foto: Uitzicht over de Vallée Blanche

Nog anderhalf uur lopen door de matig stijgende "Witte Vallei" en al om twaalf uur 's middags zijn we bij de hut. We hebben dus prima de gelegenheid om uit te rusten voor een vroege start naar de top van de Mont Blanc.

Dag 4: Toppoging

Henk heeft ervoor gekozen niet deel te nemen aan de toppoging, hij voelt zich er nog niet klaar voor. De rest van het team gaat met mij om twee uur 's nachts op weg naar de eerste vierduizender die we op de Trois Monts route kruizen.De sneeuw is hard en de sneeuwbruggen nog stabiel, gletsjerspleten zijn dus niet onze grootste zorg op onze weg naar de top. In vergelijking met mijn eerdere tochten op de Mont Blanc, hoor ik ook verrassend (lees: geruststellend) weinig stenen naar beneden komen. Het weer ziet er nog goed uit, een heldere sterrenhemel, maar is sinds gisteravond minder stabiel geworden. Iets om goed in de gaten te houden dus. Het enige wat ons echt kan beletten de top te halen zijn wij zelf. Is de conditie van iedereen in de touwgroep toereikend? Als één van ons zevenkoppig team het niet meer trekt, zijn we gedwongen om te keren.
Netjes op schema komen we aan op de Col du Tacul. Na een kleine afdaling klimmen we langs seracs en spleten naar de steilste passage op de flank van de tweede vierduizender: Mont Maudit. De sneeuwcondities zijn hier bijzonder goed, in vergelijking met mijn eerdere ontmoetingen van de passage. Langs de vaste touwen klimmen we naar de Col Maudit en hebben we een fraai uitzicht op de laatste passages, terwijl de zon net aan de horizon is verschenen. De technische moeilijkheden hebben we overwonnen. 

foto: Sleutelpassage Col Maudit

foto: Bas bereikt de top van de sleutelpassage Col Maudit

Nu begint het gevecht met de ijlere lucht op de laatste vijfhonderd hoogtemeters van de beklimming. Onderaan de laatste steile stukken, op nog zo'n 2 à 2,5 uur vanaf de top, houden we pauze op de Col de la Brenva. Ik beoordeel de resterende fitheid van de groep en weet dat we zeker nog wat gaan inleveren op de resterende tijd. Tot hier aan toe hebben we ongeveer een half uur bespaard op de gidsjestijd, maar ik verwacht dat we die dubbel gaan terugbetalen.
foto: Uitzicht op de Mont Blanc onder een dreigende hemel

De steile sleutelpassage op de flanken van de Maudit hebben er bij sommigen goed ingehakt. Het weer laat zich ook moeilijk beoordelen. Donkere wolken pakken zich samen boven de top en de heldere hemel drijft richting Zwitserland weg. Ik wil het risico niet lopen om over drie uur op de top staan met een onweer op komst en een paar alpinisten die ver voorbij het eind van hun Latijn zijn. Het besluit luidt dus omkeren. Zonder discussie sluit iedereen zich hierbij aan. Natuurlijk is het wat sneu voor de drie à vier mensen die ik uit de touwgroep zou kunnen lichten om mee te gaan naar de top. Maar we kunnen natuurlijk niemand in de steek laten, dat is vanaf het begin af aan duidelijk geweest en we wisten dat de (op dat moment) zwakste schakels van de touwgroep het topsucces beïnvloeden.
Het afdalen van de ijswand van de Maudit blijkt voor sommigen een flinke beproeving, hoewel iedereen door mij gezekerd blijft aan het touw is het voor de meesten een spannende onderneming. Hoe verder we afdalen en weer in de buurt komen van de Cosmiques hut, hoe duidelijker het wordt dat omkeren de juiste beslissing is geweest. Robin hoest de longen uit zijn lijf en kampt met iets dat sterk aan een longontsteking doet denken, groot respect voor zijn prestatie en doorzettingsvermogen! Onno krijgt op de terugweg een groeiend aantal symptomen van acute hoogteziekte, stevige hoofdpijn en een misselijk gevoel. Onze ijzervreter Mattijs heeft bij een inhaalmanoeuvre  tot zijn heupen in de sneeuw gestaan en zwaar moeten ploegen. Het heeft hem veel energie gekost weer in het ritme te komen. Conditiebeest Patrick, easy-goïng Roelof en de wat ervarenere alpinist Bas hadden de beste kansen gehad om samen met mij de top te bereiken. Als we rond het middaguur weer terug zijn bij de hut weet iedereen ongeveer waar zijn grenzen liggen. We hebben bijna vijftienhonderd hoogtemeters gemaakt, omdat we na elke col ook weer een stukje moesten afdalen. Hierdoor is dit een beduidend zwaardere route dan de normaalroute (Goûter route). Als we daarvoor hadden gekozen hadden we misschien allemaal op de top gestaan, maar ik vind de risico's op die route te groot. De drukte en steenslaggevaarlijke zones, overvolle hutten en slapeloze nachten, wegen niet op tegen een verhoogde kans om de top te halen. Top of geen top, een topervaring was het voor iedereen!

foto: Afdaling vanaf de Mont Blanc du Tacul

Later in de middag krijgen Patrick en Bas nog een kans zich uit te leven op de Cosmiques graat, en dan het deel onder de Cosmiques hut, welke uitkomt op het terras van de hut. Een rondje van bijna anderhalf uur, met een paar leuke rotspassages in de vijfde moeilijkheidsgraad. Aan kort touw zeker ik ze over de graat en we klimmen er vlot doorheen, getrakteerd op bijzonder mooie panorama's waar we echter al wat aan gewend zijn geraakt. Het is grotendeels Genüsskletterei, wel zo prettig met stijgijzervaste schoenen en een Mont Blanc toppoging in de benen.

foto: Op de Cosmiquesgraat onder de refuge

Dag 5: Terug naar de bewoonde wereld

Ontbijt om vijf uur, vertrek om zes uur: Opnieuw maken we gebruik van de beste sneeuwcondities om de Vallée Blanche over te steken naar de Torino hut. Het tempo zit er goed in over de langzaam dalende gletsjer. De spletenzone steken we zo hoog mogelijk over. De sneeuwbruggen zien er hier echt beroerd uit en ik ben blij dat het een redelijk koude nacht is geweest. Iedereen is geconcentreerd en ik zie dat de touwgroepen beter functioneren dan de eerste dag. Het touw sleept niet meer over de sneeuw en de klimmers waarschuwen elkaar. In een paar dagen tijd beginnen zich alpinisten te vormen!

foto: Oversteek van de Vallée Blanche, Henk en Robin bij een forse gletsjerspleet

De oversteek van de Vallée Blanche vind ik één van de mooiste tochten in de Alpen. Uitgezonderd de redelijk risicovolle spletenzone is het een korte en vriendelijke tocht. De uitzichten op de vierduizenderes met fraaie klimlijnen en klassieke routes vullen het Things-to-do lijstje aan met toppen als de Dent du Géant. Na twee uur hebben we oversteek gemaakte en stappen we op het dak van het terras van Pointe Hellbronner de witte grenslijn over naar Italië.

foto: Patrick en Mattijs lopen Italië in bij de Col du Géant

Onno, Henk en Robin maken de beroemde tocht met de "eitjes" in de panoramakabelbaan naar de Aiguille de Midi, om vandaar af te dalen naar Chamonix. Mattijs, Patrick, Bas, Roelof en ik dalen de tweeduizend hoogtemeters naar de Italiaanse vallei bij Courmayeur te voet af. Via een rotsgraad, puinhellingen en ontelbare zigzags komen we met brandende voeten en bovenbenen aan in La Palud.

foto: Mattijs op een bankje met de Peuterey graat op de achtergrond


foto: Abseil over een vast touw. Daarboven de "vaste touwen" van de hoogspanning


foto: Mattijs met de Mont Blanc alweer ver op de achtergrond

Een busje en taxi brengen ons via de Mont Blanc tunnel terug in Chamonix. Het team is weer herenigd en in hotel Le Vert loopt bruin water door de doucheputjes. We frissen ons op, voelen ons weer mens en lijken weer op diegenen die we waren toen we vorige week op Schiphol vertrokken. Alleen een ervaring rijker. Het zal me niet verbazen als binnen een aantal jaren enkele teamleden alsnog de Mont Blanc op hun naam zullen zetten. Misschien weer samen met mij, misschien ook niet, we zullen wel zien. Het enige dat echt telt is dat wij er alle acht nog zijn, min of meer heelhuids (blaren, verbrande lippen en schaafwonden is wel het minste wat je hieraan kunt overhouden). Zolang de berg er nog staat zullen we kansen en uitdagingen hebben, en een reden om terug te keren!

foto: Bloempje op 3.000 meter hoogte